De kunstmestfabriek Nederlandse Stikstof Maatschappij in Sluiskil in Zeeuws-Vlaanderen werd in 1929 opgericht. De fabriek maakte kunstmest op basis van stikstof. Voor rangeerwerkzaamheden op het fabrieksterrein kocht de fabriek in 1929 meteen een nieuwe locomotief. Rangeerdiesellocomotieven beschikten slechts over 50 pk en dat was te weinig voor de rangeerwerkzaamheden. De keuze viel op een stoomlocomotief met 200 pk. De stoomloc werd gebouwd door de Belgische firma La Meuse in Luik. Het was een locomotief van een standaardmodel waarvan de fabriek al velen had gebouwd. Iets opvallends dat in België vaak werd toegepast zijn de lange waterbakken op de locomotief. In 1954 nam de Nederlandse Stikstof Maatschappij pas de eerste diesellocomotief in gebruik. De stoomloc heeft 43 jaar bij de fabriek wagons gerangeerd. In 1972 werd hij terzijde gesteld.

Datzelfde jaar nam de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik de locomotief over. De loc kreeg het nummer 5 en werd blauw gemaakt, de kleur die de stoomtramlocomotieven van de Maas-Buurtspoorweg in Noord-Limburg droegen. De SHM 5 kreeg de naam 'Sluiskil', de plaats waar de loc vroeger rangeerde. In 1991 kreeg de SHM 5 een grote revisie. In 1999 kregen de SHM stoomlocomotieven 5, 16 en 30 de namen van de drie belangrijkste gemeenten die de SHM steunen. Bij de SHM 5 werd de naam 'Sluiskil' vervangen door 'Enkhuizen'. Loc 16 kreeg de naam 'Medemblik' en de SHM 30 kreeg de naam 'Hoorn'. Vanaf 2021 deed de locomotief dienst bij de Stoomtrein Goes - Borsele in Zeeland. Door revisies aan het eigen materieel beschikte de SGB niet meer over een eigen rijvaardige stoomlocomotief. In begin 2024 maakte stoomloc 3 van de SGB een succesvolle proefrit en werd daarna weer in dienst gesteld. In de nacht van 2 op 3 juni 2025 werd de SHM 5 na vier jaar bij de SGB gereden te hebben terug naar Hoorn.

De SHM 5 heeft vanwege haar cultuurhistorische waarde de B-status toegekend gekregen binnen het Nationaal Register Railerfgoed.